Noord-Beveland is goed ontsloten en bereikbaar over zowel land als water. Dit zorgt ervoor dat inwoners, bedrijven en toeristen zich makkelijk kunnen verplaatsen en de voorzieningen goed bereikbaar zijn.
Waar staan we nu?
De drie hoofdontsluitingen (N256-, de Oost-Westweg (N255) en de N57) hebben als doel het doorgaande verkeer op Noord-Beveland te verzamelen en te verdelen. Dit wegennetwerk legt tevens een onderlinge verbinding tussen de verschillende kernen. De overige wegen hebben met name een ontsluitingsfunctie en kennen weinig doorgaand verkeer. Over het algemeen is dit plattelandswegennet smal gedimensioneerd en vervult het met name een functie voor de landbouw en de recreatie in het buitengebied.
Het fiets- en wandelnetwerk vormt een belangrijke recreatieve factor voor de beleving van Noord-Beveland. Op Noord-Beveland vormen de dijken en het buitendijks fietspad de basis voor de fietsroutestructuren. Naast de kernen, die op deze routes liggen, zouden meer faciliteiten geboden kunnen worden. Noord-Beveland heeft een uitgebreid wandelnetwerk van 150 kilometer. Daarnaast beschikt Noord-Beveland over een netwerk van hoogwaardige ruiterroutes. Dit netwerk is meer dan 10 kilometer lang.
De vaarwegen in Zeeland zijn belangrijke schakels in de economie en het vervoer. Ook zijn ze van grote recreatieve en natuurlijke waarde. Rondom Noord-Beveland zijn, afgezien van de Noordzee, twee grote wateren gelegen, de Oosterschelde en het Veerse Meer met (jacht)havens in Kortgene, Kamperland, Colijnsplaat en Kats.
Met het oog op de klimaatopgave speelt het (ondergrondse) energienetwerk een belangrijke rol in het uitvoeren van de maatregelen. De capaciteit van het netwerk is een belangrijk aandachtspunt van beleidsmakers en netbeheerders. Het elektriciteitsnetwerk zal voor 2030 aanpassing behoeven om te kunnen voorzien in de opgaven en behoefte daarna.
Wat komt er op ons af?
De komende jaren wordt het verkeer steeds duurzamer. Het gebruik van elektrische auto’s en fietsen neemt toe. Dit vraagt om een goede laadinfrastructuur maar kan ook tot een andere inrichting van de openbare ruimte en de infrastructuur leiden, door bijvoorbeeld de aanleg van snelfietspaden naar onder andere knooppunten (hubs) van openbaar vervoer (ook voor scholieren/studenten). Meerdere vervoersvormen vragen ook om verkeersveilige routes. Oplossingen moeten worden gezocht om conflicten tussen landbouwverkeer, autoverkeer recreatief (fiets) verkeer te voorkomen. Daarnaast vraagt de toenemende verkeersdruk op de N256 om maatregelen die de verkeersveiligheid ten goede komen. De resultaten van de planstudie N256 (Deltaweg) ten behoeve van het verbeteren Midden Zeelandroute kunnen hieraan bijdragen.
Hoe zien we de toekomst van mobiliteit en bereikbaarheid?
We zetten ons in voor verbetering van de (zomerse) doorstroming en verkeersveiligheid van de N256 en daarmee ook de bereikbaarheid van onze gemeente. Hiervoor zijn we aangehaakt op de planstudie van de N256.
We werken samen met de provincie en partners aan een plan voor een optimaal Hoofdfietsnetwerk (dat voortvloeit uit het Nationaal Toekomstperspectief Fiets). In onze gemeente zijn ook fietspaden voorzien die onderdeel gaan uitmaken van dit Hoofdfietsnetwerk. Samen met de Rijksoverheid wordt hieraan vanuit een gezamenlijke financiering verder invulling gegeven. Dit komt ten goede aan onze (recreatieve) bereikbaarheid.
We bieden daarnaast ruimte voor initiatieven die het elektrisch vervoer stimuleren.
We spannen ons in om conflicten tussen landbouwverkeer en recreatieverkeer waar mogelijk te voorkomen. Indien nodig worden daarvoor investeringen in de infrastructuur gedaan. Aanvullend doen wij investeringen in de infrastructuur als dit nodig is om wegen geschikt te maken voor het landbouwverkeer.
Link met:
Landbouw, (Verblijfs)recreatie, Energie en klimaat