Ontmoeting van en ruimte voor water- en grondgebonden innovaties
De oostelijke zone omvat het gebied dat is opgespannen tussen Colijnsplaat en Kats, de Oosterschelde en het Veerse Meer. De N256 doorsnijdt deze zone en markeert de overgang van tussen landgerichte en watergerichte activiteiten (aquacultuur) die zijn gericht op innovaties in de landbouw en visserij.
Kenmerken en waarden
Het gebied heeft de volgende kenmerken en waarden:
- Een zone waarin de landbouw, aquacultuur en visserij is gericht op innovaties;
- De aanwezigheid van twee kernen met twee havens aan de Oosterschelde;
- Het kenmerkende renaissancelandschap van de Oud-Noord-Bevelandpolder (orthogonale verkavelingsprincipe);
- De invloed van zoute kwel;
- De aanwezigheid van een windturbinecluster;
- De betekenis als noordelijk entree van Noord-Beveland.
Opgaven
Het gebied heeft de volgende opgaven:
- Versterking aquacultuur;
- Versterken en ontwikkelen van de kreekrestanten;
- Benutten en tegengaan van verzilting.
Ontwikkelperspectief
Het ontwikkelperspectief van dit gebied is gericht op het versterken van de potenties die dit gebied heeft. De ontwikkeling van de landbouw wordt zo min mogelijk belemmerd in dit gebied. De ontwikkeling van aquacultuur is onder voorwaarden toelaatbaar. Concreet gaat het dan om de voorwaarden als benoemd in de Ruimtelijke visie aquacultuur Colijnsplaat e.o. Bij Agrarisch Innovatie & Kenniscentrum Rusthoeve is ontwikkelruimte mogelijk, waarbij gedacht wordt aan een opleidingslocatie voor de agrarische sector en aquacultuur en dat koppelkansen biedt voor samenwerking met andere kenniscentra zoals het Delta Climate Centre en het Kenniscentrum Verzilting.
Bij verdere ontwikkeling zal in ieder geval rekening moeten worden gehouden met de landschappelijke kwaliteiten (behoud verkavelingsstructuur) en de landschappelijke inpassing van met name het aquacultuurcluster. Onder landschappelijke inpassing wordt verstaan: integraal onderdeel uitmakend van het landschap. Immers, dit vormt de entree van Noord-Beveland vanaf de Zeelandbrug.
Het innovatieve karakter van het gebied zal met een in het gebied passende beeldkwaliteit en landschappelijke inpassing het visitekaartje van Noord-Beveland kunnen worden. De huidig toegepaste beeldkwaliteitseisen voor de bebouwing dienen hierbij strikt te worden gehanteerd. In het bijzonder streeft de gemeente naar een verdere invulling van het aquacultuurcluster met extensieve aquacultuur. Extensieve aquacultuur is aquacultuur die kleinschaliger is dan de aquacultuur in bedrijfsbebouwing of een vijverlandschap. Deze extensieve aquacultuur vindt daarnaast plaats in een meer natuurlijk landschap dan de andere twee vormen van aquacultuur en vormt de overgang tussen natuur en de rest van de omgeving. Bij extensieve aquacultuur is er uiteraard sprake van een productiebelang, maar dit productiebelang kenmerkt zich door in het productieproces zoveel mogelijk rekening te houden met het natuurbelang. Dit betekent niet dat de meer intensieve vormen van aquacultuur geen rekening houden met dit natuurbelang. Zij richten zich in hoofdzaak primair op specialisatie en optimalisatie van het productieproces. Een verdere ontwikkeling van het aquacultuurcluster vereist ook de verdere ontwikkeling van de bestaande infrastructuur.
Zonne-energie en zonnepanelen
Ons beleid en onze randvoorwaarden met betrekking tot de opwekking van zonne-energie en de plaatsing van zonnepanelen is opgenomen onder het thema “Energie en klimaat”.
Met inachtneming van dit beleid en de randvoorwaarden staan we positief tegenover meervoudig ruimtegebruik ter plaatse van het aquacultuurcluster, waarbij kweekbassins overdekt kunnen worden met zonnepanelen. Omdat we van mening zijn dat een dergelijke energieopwekking een maatschappelijke meerwaarde moet hebben, zal de initiatiefnemer worden gevraagd om een financiële bijdrage te leveren in een fonds. Dit wordt nader toegelicht in het onderdeel "van visie naar uitvoering" (onder ‘kostenverhaal en financiële bijdrage aan de ruimtelijke ontwikkelingen’).
Bij mogelijke ontwikkeling van en in beide kernen (Colijnplaat en Kats) zouden de beeldkwaliteitseisen voor aquacultuur tevens een inspiratiebron en beeldtaal moeten zijn voor de maritieme bedrijvigheid en de verdere ontwikkeling van het aquacultuurcluster, waarmee het gebied als innovatief cluster herkenbaar wordt. Voor de haven van Colijnsplaat zijn vergevorderde ontwikkelplannen. Voor de haven van Kats geldt dat de huidige functie van Katshaven B.V. vooralsnog gehandhaafd blijft, maar dat tevens wordt gezocht naar mogelijkheden voor functiewijziging.
Voor het aquacultuurcluster zijn de randvoorwaarden voor de ontwikkeling opgenomen in de Ruimtelijke visie aquacultuur Colijnsplaat e.o.
Een mogelijke verbreding van de N256 kan een impuls betekenen voor dit gebied en de beide kernen. Uitbreidingsmogelijkheden van deze kernen met woningbouw worden daarom niet uitgesloten. Veilige fietsverbindingen en snelfietsverbindingen tussen Kats en Colijnsplaat en met onder meer Goes kunnen hieraan een bijdrage leveren.
De Valkreek (en de aftakkingen hiervan) kan als drager dienen voor de invulling en begrenzing van het gebied tussen Colijnsplaat en de N256. Dit gebied zou als landelijk overgangsgebied meer betekenis kunnen geven aan deze oostelijke zone. Rode functies, die gericht zijn op het versterken van het karakter van het gebied (als landelijk innovatiegebied) en die de overgang met Colijnsplaat kunnen verzachten, worden hierbij niet bij voorbaat uitgesloten.
Link thema’s:
Landbouw, Natuur, landschap en cultuurhistorie, Energie en klimaat