Het middengebied betreft een agrarische zone, die wordt begrensd door de andere vier deelgebieden.
Kenmerken en waarden
Het gebied heeft de volgende kenmerken en waarden:
- De primaire landbouwfunctie;
- De openheid en landschappelijke kwaliteit.
Opgaven
Het gebied heeft de volgende opgaven:
- Behouden en versterken van de landbouwfunctie;
- Behouden van openheid en de landschappelijke kwaliteit;
- Ontwikkelen van (nieuwe)landschapskwaliteiten;
- Verbeteren biodiversiteit;
- Zorg voor zoetwatervoorzieningen;
- Het waar mogelijk combineren van de bovenstaande opgaven (meekoppelkansen benutten).
Ontwikkelperspectief
Het beleid voor dit gebied is er op gericht om de ontwikkelingsmogelijkheden voor de landbouw primair te stellen en op een goede wijze te borgen. Behoud van openheid van het landschap en de verkavelingsstructuren zijn hierbij een belangrijk uitgangspunt. Gebruiksvormen anders dan landbouw worden in principe niet voorgestaan. In dit gebied zal gezamenlijk met de agrariërs en andere betrokken instanties gezocht moeten worden naar een duurzame oplossing voor de zoetwatervoorziening. Hierbij moet vooral gezocht worden naar slimme combinaties van functies en ruimtegebruik, zoals de aanleg van zoetwaterbekkens in combinatie met energieopwekking. Een goede zoetwatervoorziening is tevens nodig om meer gewasvariatie te krijgen en een bijdrage te leveren aan de biodiversiteit. Ten aanzien van dit laatste punt zal samen met de agrariërs gezocht moeten worden naar het stimuleren van maatregelen die de biodiversiteit ten goede komen. Met betrekking tot vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen wordt voorgestaan om bij voorbaat geen functies uit te sluiten, maar vanuit het behoud en het versterken van de basiskwaliteiten naar mogelijkheden te zoeken. Hiermee wordt ruimte gegeven aan een innovatieve invulling van vrijkomende agrarische bebouwing. Met deze werkwijze heeft de gemeente goede ervaringen opgedaan en deze werkwijze wordt daarom gecontinueerd bij uitwerking/toepassing van de omgevingsvisie. Ook initiatieven die bijdragen aan de klimaat- en energieopgave worden in principe positief ontvangen (denk hierbij aan het inrichten van vrijkomende agrarische bedrijven en bouwblokken voor energieopwekking (zonne-energie) als energiecoöperatie).
Tevens is het kwalitatief goed huisvesten van tijdelijke arbeidsmigranten een belangrijke voorwaarde om de agrarische sector vitaal te houden. Op regionaal niveau (De Bevelanden) zijn afspraken gemaakt voor de huisvesting van arbeidsmigranten (Regionale afspraken huisvesting arbeidsmigranten De Bevelanden). Noord-Beveland heeft een huisvestingstaak van 100 arbeidsmigranten voor de komende 10 jaar. Er zijn drie huisvestingscategorieën vastgesteld waarvoor kwalitatieve uitgangspunten op een rij zijn gezet. Het gaat om:
- huisvesting in reguliere woningen (bestaande woningvoorraad);
- huisvesting op agrarische erven. Hieronder wordt huisvesting door agrarische bedrijven op eigen terrein verstaan. Het gaat om agrarische bedrijven met een planologische bestemming ‘Agrarisch’, niet zijnde ‘Agrarisch - Glastuinbouw’;
- huisvesting in een specifiek daarvoor bedoelde huisvestingsvoorziening. Dit zijn bijvoorbeeld semipermanente nieuwbouwvoorzieningen of getransformeerd bestaand vastgoed met als specifiek doel het huisvesten van arbeidsmigranten.
Link thema’s:
Wonen, Landbouw, Bedrijvigheid, Natuur, landschap en cultuurhistorie, Energie en klimaat, Mobiliteit en bereikbaarheid